Prentenboek met oorspronkelijk 40 genummerde prenten en een titelpagina met gedrukte tekst (in dit exemplaar ontbreekt de laatste prent – prent 40 - en resten dus 39 prenten). Het verhaal is een uitbeelding van een middeleeuwse Spaanse sage over zeven infanten (“infante” is een titel die in Spanje gegeven werd aan de troonopvolger en bij uitbreiding ook aan kinderen uit de hogere adel) van een adellijk geslacht uit de stad Lara in de provincie Burgos in Castilië. Het verhaal is vrij ingewikkeld en gaat over eer, belediging, geweldpleging, wraakneming, vroomheid, deugdzaamheid. Het komt er op neer dat de zeven broers door een wraakneming in een hinderlaag sterven maar uiteindelijk door hun halfbroer worden gewroken. De prenten en de bijhorende teksten in het Spaans en het Latijn zijn ontworpen door Otto van Veen in Antwerpen en geëtst door Antonio Tempesta in Rome. De Florentijnse kunstenaar Tempesta en van Veen hebben elkaar leren kennen tijdens het verblijf van deze laatste in Italië. Tempesta was o.a. in leer bij Jan van der Straet. Het prentenboek is uitgegeven te Antwerpen door Philip Liesaert in 1612.
In de loop van de 17e eeuw is Otto van Veen zich vanuit zijn humanistische vorming, kennis en belangstelling en in de schaduw van zijn beroemde leerling Rubens, meer en meer gaan toeleggen op het schrijven en ontwerpen van prenten- en emblemataboeken. Dat hij voor dit boek een Spaanse sage heeft gekozen is te verklaren door zijn relaties aan het hof van de infanta Isabella, dochter van koning Philips II, met hoge Spaanse functionarissen aldaar. Rond 1615 verhuisde hij trouwens naar Brussel waar hij werd aangesteld als meester van de Munt.
In de voorstelling heeft van Veen ook allegorische en mythologische figuren weergegeven die als het ware het verhaal begeleiden. De figuren worden in de afbeeldingen aangeduid met een nummer waar naar verwezen wordt in de onderschriften. Mogelijk heeft van Veen zich voor de afbeelding van deze figuren laten inspireren door de prentenreeks "Prosopographia", van Philips Galle en Cornelis Kiliaan (1585- 1590) met voorstellingen van personifacties van (on)deugden.