Dit prentenboek ('recueil') bevat 136 (deels) handgenummerde prenten, hoofdzakelijk etsen, van en naar Cornelis Schut, met daarop afbeeldingen van mythologische, religieuze en allegorische taferelen (o.a. Borias en Eurythia, Neptunus met twee paarden in de zee, putti's en cherubijntjes, madonna's ...). Verschillende prenten waren voordien al uitgegeven in afzonderlijke series of apart, maar zijn hier door Cornelis Schut gebundeld in één prentenboek, mogelijk met het oog op een stijgende vraag van verzamelaars om het "volledige" prentwerk van een bepaalde kunstenaar te kunnen aanschaffen (het volledig werk zoals beschreven in Hollstein XXVI bevat echter meer dan 200 prenten). Het boek is opgedragen aan Andrea Cantelmo, een Napolitaans legerbevelhebber in dienst van de Habsburgers, die in 1631 bevelhebber was in Vlaanderen en een belangrijke rol speelde bij de overwinning van de Spaanse legers bij de slag van Kallo. Hij had interesse in geschiedenis en politiek en schreef over krijgskunst en was ook een mecenas. Er is een portret van hem bekend door Michaelina Wautier, gegraveerd door Paulus Pontius. De frontispice met de opdracht is in dit prentenboek de eerste prent en komt voor de titelpagina. Naast de etsen van en naar Schut bevat het boek ook enkele gravuren van Hans Witdoeck naar ontwerpen van Schut. Het boek bevat ook een gravure van Pieter van Gunst met een portret van François Eugène, prins van Savoie, die vreemd is aan het geheel. Sommige prenten zijn opgekleefd. Het is niet zeker dat Schut alle prenten zelf heeft geëtst, hoewel dit in verleden meestal werd aangenomen. Dikwijls staat hij enkel vermeld als ontwerper en uitgever. Waarschijnlijk had hij een of meerdere medewerkers, zoals een zekere Jan Vinck. Ook de etser Rumoldus Eynhoudts was een leerling van Schut. (Zie de artikels van Ger Luyten en Ann Diels).