Rechts in de voorstelling worden schilfers van het grote blok pokhout (Guaiacum) afgehakt en in kokend water gedompeld. Het schuim dat ontstond werd afgeschept en op de zweren van de patiënt aangebracht. Deze moest ook tweemaal daags gedurende veertien dagen een ruime hoeveelheid van het guaiacumwater drinken. De behandeling zorgde ervoor dat de wonden werden gereinigd en bevorderde de transpiratie. Ze was niet nadelig maar hielp ook niet. Paracelsus leverde al in de jaren dertig van de 16de eeuw kritiek op de veronderstelde geneeskrachtige werking van het hout en bleef een kwikbehandeling aanbevelen. Uit: Galle J., Nova reperta, s.d., prent 7
Inscriptions
6. HYACVM ET LVES VENEREA.
Grauata morbo ab hocce membra mollia
Leuabit ista sorpta coctio arboris. 6. Het pokhout en de venerische ziekte.
Het verzwakte lichaam, geteisterd door deze ziekte,
vindt verlichting bij het drinken van een aftreksel van dit hout. Ioan(nes) Stradanus inuent(or) Ioan.(nes) Galle excud.(it) Jan van der Straet, de ontwerper. Jan Galle heeft dit gedrukt.