Les Moeurs et fachons de faire de Turcz avecq'les Regions y appartenantes ont este au vif contrefaictez par Pierre Coeck d'Alost, luy estant en Turquie, de l'An de Jesuchrist M.D.33.,Lequel aussy de sa main propre a pourtraiect ces figures duysantes à l'impression d'ycelles.
De Zeden en Gewoonten van de Turken met de bijhorende Landschappen. Gemaakt naar het leven door Pieter Coecke tijdens zijn verblijf in het jaar van Jesus Chruistus 1533. Door hem zelf gesneden om afgedrukt te worden.
De serie houtsneden bestaat uit tien afzonderlijke platen die bedoeld zijn om achter elkaar gemonteerd te worden getoond zodanig dat er een fries ontstaat met zeven afzonderlijke taferelen. De verschillende taferelen worden van elkaar gescheiden door renaissance kariatiden. Deze stellen afwisselend mannen en vrouwen voor in oosterse kledij.Deze serie houtsneden werd uitgegeven door Mayken Verhulst in 1553, drie jaar na de dood van haar man Pieter Coecke van Aelst. Als basis dienden de originele tekeningen die Pieter Coecke in 1533 had gemaakt tijdens zijn reis naar Turkije en Constantinopel. De serie in het Prentenkabinet ontbreekt het frontispice en het colofon alsook de boord boven- en onderaan(waarin verklarende Franstalige teksten) (wel in de collectie British Museum). Voor de beschrijving van de zeven taferelen zie: Jan Op de Beeck, Mayken Verhulst (1518-1599). De turkse Manieren van een artistieke Dame, Mechelen, 2005. In bibliotheek prentenkabinet PK-A 5910 (31d)