Dit is een ontwerp voor het epitaaf van de familie Vander Cammen-Manriquez, dat hangt aan één van de pilaren in de Sint-Gummaruskerk in Lier. De liggende figuur is de vrouwelijke personificatie van de Eeuwigheid met een doek op haar hoofd. Ze legt haar hand op een bal aan haar linkerzijde en in haar rechterhand heeft ze een slang vast, die haar eigen staart bijt. Helemaal rechts zit een slapende figuur die rust op een cartouche, maar werd weggelaten in het uitgevoerde beeldhouwwerk. Het ontwerp bevat een naar boven taps toelopende piëdestal, waarop een brandende urne staat. Aan weerszijden hiervan vliegen twee putti met palmtakken en bloemenkransen in hun handen. Aan de hand van de rode arceringen geeft Pieter Verbruggen (II) de pilaar aan, waar het epitaaf aan hangt. Het Cooper Hewitt Museum bezit een tekening voor hetzelfde ontwerp met objectnummer 1931-64-259. Deze tekening sluit dichter aan bij het uiteindelijke werk en bevat ook een paar technische instructies, waardoor deze later moet zijn getekend. Een terracotta voor hetzelfde project wordt bewaard in het Koninklijke Museum van Schone Kunsten in Brussel, met objectnummer 4580.
Description physique
pen in bruin, grijs gewassen, penseel in grijs, rood krijt, over zwart krijt