Vergulde koperen tafelklok in de vorm van een toren, op een geprofileerde palissanderhouten sokkel rustend op 4 gewelfde en haaksgeplaatste leeuwenpoten. De vierkanten kast is aan elke hoek voorzien van een pilastervormige stijl met lijstwerk en draagt een omlopende attiek, op de hoeken geaccentueerd met een balustermotief. Laatstgenoemd motief herhaalt zich in het lantaarntorentje dat het geheel bekroont. Onder de wijzerplaat van de voorzijde bevindt zich een kleinere kwartierwijzerplaat, aan de achterzijde bevindt zich een wijzerplaat voor het slagwerk en een sterrenkalender. Het slagwerk bestaat uit 2 bellen, de ene onderaan, de andere in het lantaarntorentje. De kast heeft een gegraveerd decor van geometrische bloemenmotieven. Duitse renaissance