Tafereel met drie amors in een weide, temidden van schapen. Rechts op het blad zijn twee amors afgebeeld; één zittend op balen en een tweede staande, met de staf van Mercurius in de hand. Aan hun voeten ligt een hoorn des overvloeds. Links op de tekening komt er een amor in Afrikaanse tooi aangewandeld. Hij draagt een bolvormig voorwerp.