Prentenboek met 54 genummerde prenten met tekst, waaronder 6 titelpagina's en 48 studiebladen. Het eerste losse titelblad is van de uitgave van 1630 door Claes Jansz. Visscher die een opnieuw gegraveerde selectie bevatte uit deze Archetypa. Het tweede losse titelblad is van de uitgave van Johann Christoph Weigel (Nürenberg, eerste kwart 18de eeuw). Vervolgens bestaat het boek zelf uit 4 delen met telkens een titelblad en 12 studiebladen met daarop verschillende insectensoorten, reptielen, schelpdieren, bloemen, vruchten, buikpotige weekdieren, kleine knaagdieren en emblematische teksten. De Archetypa bevat niet alleen voorbeelden voor andere kunstenaars maar is ook een emblemataboek. Jacob Hoefnagel maakte deze etsen naar de miniaturen van zijn vader Joris.