Dit prentenboek, uitgegeven door Pieter II de Jode te Antwerpen in 1651, bevat 178 gegraveerde portretten door verschillende ontwerpers en graveurs, waarvan de meeste door Pieter de Jode zelf, met Latijnse of Franse onderschriften, alsook een titelblad en een allegorische voorstelling van de "Faam". Volgens Thieme-Becker zou het werk begonnen zijn door de vader van Pieter II, namelijk Pieter I de Jode. De portrettenreeks begint met aartshertog Leopold Willem, de toenmalige landvorst aan wie het werk is opgedragen. Vervolgens zien we 15 pausen, 12 keizers, 14 aartshertogen en landvoogden, 21 koningen en prinsen, 4 Ottomaanse vorsten, 14 Poolse, Zweedse en Deense vorsten, 8 leden van het huis van Oranje-Nassau, 6 Oost-Europese heersers, 15 Spaanse edelen en gouverneurs van de Nederlanden, 17 Franse edelen, 5 Italiaanse edelen, 42 legeraanvoerders en hoogwaardigheidsbekleders, 3 geestelijken en als afsluiter het portret van Leuvense hoogleraar Erycius Puteanus. De eerste uitgave van 1651 zou volgens Funck 180 portretten bevatten en in latere uitgaven worden soms nog portretten toegevoegd. Hier ontbreken de portretten van de aartshertogen Albrecht en Isabella, wat het aantal op 180 zou gebracht hebben.
Evenwel zien we op verschillende prenten vroegere en latere data (1667, 1670, 1676), zodat we deze uitgave in 1676 of later kunnen dateren.
Vooraan in het prentenboek is een alfabetisch handgeschreven register toegevoegd met de namen van de afgebeelde personen. Er is ook een handgeschreven nummering.