Deze tekening is een ontwerp voor een grafmonument voor een ridder en zijn gemalin, mogelijk voor de Sint-Catharinakerk te Hoogstraten. De inscriptie 'in Antwerpen 1691', maakt dat we het rond die tijd kunnen dateren. We hebben tevens weet van een voorgaand ontwerp van Scheemaeckers, waarvan de tekening in ons bezit (PK.OT.00636). De geharnaste ridder wordt knielend afgebeeld met rechts van hem zijn vrouw, eveneens knielend. Links van hen staat een putto die de ridders helm vasthoudt. Achter deze figurengroep is een hoge opschrifttafel te zien, aan weerszijden begrensd door licht verschillende Dorische zuilen. Ook in de bekroning zien we een onderscheid tussen links en rechts. Dit doet de beeldhouwer om in één tekening meerdere ontwerpvoorstellen te kunnen doen aan de opdrachtgever, wellicht gravin Maria Gabriëla van Lalaing in dit geval. De bekroning rechts toont een doorlopend fronton in de vorm van een segmentboog waarop een putto zit die haar portret vasthoudt. Het ontwerp links opteert voor een gebroken fronton waarvan de uiteinden uit een voluut bestaan waarop een putto is afgebeeld. In beide voorstellen blijft de timpaan ongewijzigd; twee wapenschilden geflankeerd door griffioenen. Het monument wordt bekroond door een monumentale vaas met festoenen. Men dacht in deze twee figuren de toen net overleden Frans Paul van Lalaing, graaf van Hoogstraten, Hoorn en Bailleul, en zijn vrouw te herkennen. Zijn voorgenoemde halfzus had namelijk eerder al een grafmonument bij Scheemaeckers besteld als eerbetoon (AV.3373.03-25). Toch blijven er hierna nog andere hypothesen oprijzen, waardoor we tot op vandaag nog steeds geen uitsluitsel kunnen geven over de herkomst van de tekening.