De voorstelling gaat terug op de houtsnede van Bernard Salomon verschenen in 1547 in de Fables d'Ésope Phrygien (Lyon, Jean de Tournes).
Het is tevens een variante op de houtsnede die gebruikt werd in Aesopi Phrygis et aliorum fabulae (Plantin, 1567). De houtblokken gebruikt voor deze editie werden door Plantin aangekocht of geleend van Jan van Waesberghen en sommige komen ook voor in La vida y fabulas del Esopo (Leiden, Raphelengius, 1607).
Zie ook gelijknamige ets van Marcus Gheeraerts in De Warachtige Fabulen der Dieren van Eduard de Dene, verschenen in Brugge in 1567.
Het is niet bekend voor welke editie van de dierenfabels van Aesopus dit houblok gesneden en gebruikt werd.