Zes mannen, vier van hen te paard, zijn verwikkeld in een gevecht met een leeuw en een leeuwin. De leeuw sleurt een Moor van zijn steigerende paard. Een leeuwin tracht in het gewoel haar jongen in veiligheid te brengen. Een andere leeuw klauwt zijn poot in een halfnaakte man die een dolk in de buik van het dier plant. Deze prent gaat terug op de Leeuwenjacht die Rubens in 1615-1616 voor Keurvorst Maximiliaan van Beieren schilderde. Het schilderij is rond 1800 onder Napoleon naar Frankrijk over gebracht, waar het in 1870 in de brand van het Museum van Bordeaux vernietigd werd. Het is weinig waarschijnlijk dat Rubens betrokken was in de productie van deze prent, gezien Soutman zichzelf opgeeft als bedenker van de compositie, iets wat Rubens zeker niet geapprecieerd zou hebben. Soutmans prent dateert van na het overlijden van Rubens. Ook deze prent gaat terug op een schilderij dat tot een groep van vier behoorde en gemaakt was voor de hertog van Bavaria.