Op het bovenste deel van het blad wordt God de Vader uitgebeeld, met de armen wijd open, gezeten op een wolkenkussen en ondersteund door putti; achter zich waait een drapé op, en tussen zijn linkerarm en -been zit de wereldbol. Daaronder is een krans weergegeven van wolken en puttikopjes. Waarschijnlijk vormen boven- en onderhelft samen één tekening.