te doen / op binnenzijde deksel klavecimbel (MPM.V.II.08.001) van J.J. Coenen; onhandige en gewijzigde kopie naar Rubens (Mus. Berlijn, nr. 781, zie: Rooses, l'Oeuvre de Rubens, II). / bevat twee instrumenten; het grote heeft twee klavieren; drie rijen bouten; drie rijen snaren; twee op gelijke toon 8(1), 1 scherpe 4(1); vier rijen wippertjes waarvan twee voorzien van toondempers; drie rijen penbekken; een rij verhard leder; buiten rechts vier ivoren stukken om de wippertjes te bewegen; er zijn vier octaven en een boventallige noot; 2 x 50 toetsen en 3 x 50 kammen; monogram JJC in de roos; het kleien instrument heeft 1 klavier; 2 rijen bouten; 2 rijen snaren waarvan de eerste met koperdraad; 2 rijen wippertjes, niet in dezelfde lijn; 4 hele octaven; 48 wippertjes, 48 toetsen; 48 koorden; het jaartal 1734 in de roos