Een stenen blok, rustend op een voetstuk, is bekroond met de hoofden van een muze (links, met een lier) en Minerva (rechts, met een schild). Boven de hoofden staat een lauwerkrans die door stralen is omgeven. Rechts is het profiel van Minerva nog eens afzonderlijk getekend. Interessant in dit blad zijn de opschriften in Rubens' hand, bestemd voor Balthazar I Moretus, waarin de kunstenaar zijn compositie toelicht. Bovenaan schrijft hij, in het Latijn: 'Ziehier de Muze of de Poëzie met Minerva of de Deugd verenigd in de vorm van een Hermathene; ik heb Mercurius door de Muze vervangen wat, naar blijkt uit meerdere voorbeelden, veroorloofd is. Ik weet niet of mijn ontwerp U zal bevallen. Ik ben er over tevreden, om niet te zeggen dat ik me er mee gelukwens'. Naast de kop van de muze gaf Rubens nog bijkomende commentaar: 'Merk op dat de muze een pluim op het hoofd draagt, waardoor ze van Apollo te onderscheiden is.' De tekening is een ontwerp voor de titelpagina van een verzamelwerk met hoofdzakelijk epigrammen en elegieën van drie Jezuïeten: de predikant Bernardus Bauhusius (of Bauhuis), de missionaris Balduinus Cabillavus (of Cabilliau) en de leraar filosofie en wiskunde Carolus Malapertius (of Malapert). Uit de rekeningen van het Plantijnse huis vernemen wij dat Rubens vijf gulden ontving voor dit ontwerp.
Fysieke kenmerken
pen in bruin, bruin gewassen, sporen van zwart krijt op papier, deels ingesneden