Schrijfkabinet met marqueterie van notelaar en palissanderhout of rozelaar op een withouten constructie, versierd met bloemenslingers van geniëlleerd tin. De kast rust op 8 paarsgewijze in groepen van 4 geplaatste naar onder toe verjongde pilaren met gedrukte bolpoten; de voetregel verbindt de paarsgewijs verbonden poten met een dubbele T met een cirkelvormig versterkt middenstuk. De eigenlijke kast bestaat uit een schrijf- en ladenvak, met daarboven een terugspringende bovenbouwkast met 2 deurpanelen; het schrijfblad is afgesloten door een neerklapbaar vak met sleutelgat; het met palissander geometrisch ingelegde bovenvak is uitschuifbaar; in het afgesloten schrijftafelvak, onder het uitschuifbare bovenvlak, komen 6 schuifjes en een deurtje voor; op het paneeltje van dit deurtje bevindt zich in geniëlleerd tin het drukkersmerk van de Officina Plantiniana; onder het schrijftafelvlak bevinden zich 3 laden, 2 tussen de paarsgewijs geplaatste poten vooraan en één in het midden; deze laatste heeft een hol ladevak. De bovenbouwkast heeft 2 deurpanelen die in een uitgewerkte cartouche de initialen van de Moretussen dragen. Achter de deurtjes bevinden zich 18 genummerde ladenvakjes, gegroepeerd rond een deurtje met op het paneel de Plantijnse passer; achteraan bevindt zich nog een schuifje. De terugspringende bovenbouwkast heeft een geprofileerde kroonlijst waarin de midden- en hoekstijlen in de vorm van een pilaster met sokkel en kapiteel doorlopen. Zuid-Nederlandse barok