Lindehouten staande en gekroonde madonna, met gekroond Jezuskind op de linkerarm. Het kind draagt in zijn linkerhand een wereldbol, attribuut van de verlossing, en met zijn rechterhand zegent hij. Waarschijnlijk had de madonna vroeger een vergulde staf in de rechterhand. De madonna staat op de maansikkel, waarrond een slang met appel in de muil kronkelt. De maansikkel symboliseert het voorrecht van Maria, de slang is een allegorische voorstelling van ketterij die door Maria vertrappeld en verslagen wordt. Het beeld staat op een versierde sokkel, tegen een houten geprofileerde plank met vergulde rand en groen veld. Het beeld wordt verlicht door een S-vormige wandarm met vetvanger. laat-barok