De tekening stelt een driedelig portiekaltaar voor waarin centraal een lijst voor een schilderij werd voorzien. Links en rechts van een verticale mediaanlijn stelt de beeldhouwer twee alternatieven voor. Centraal staan twee gewrongen zuilen en aan de buitenkant twee ronde zuilen, allen met een korintisch kapiteel bekroond. In de zijnissen staan beelden van Jozef en Maria. De basement van de vier zuilen is versierd met reliëfs. Op het altaar staat een tabernakel. Boven het hoofdgestel zit in een attiek een ovaal bas-reliëf verwerkt met de tenhemelopneming van Maria. Twee grote engelen, gezeten op een segmentboog tussen vuurpotten, flankeren een klaverbladkruis. Aan de linkerzijde van het medaillon staat de Faam afgebeeld met opgestoken bazuin en lauwerkrans, het rechtse ontwerp toont een paneel met gehelmd wapenschild.