De voorgestelde tuinsculpturen bestaan uit telkens twee kinderen, waarvan één staand en één zittend, op voetstukken. De figuren van het eerste groepje hebben geen attributen die zouden toelaten het onderwerp ervan te identificeren. Het tweede groepje beeldt een staand knaapje uit met een gevleugelde helm op het hoofd en met een beursje in de rechterhand. Rechts van hem kijkt een meisje, leunend tegen een globe, naar hem op. Tussen hen, op het voorplan, staat een haan. Op een derde ontwerp zit links een meisje op een schelp. Achter haar staat een kind met opgeheven linkerarm. Het vierde ontwerp beeldt een staand knaapje uit met een bloemenkrans om het hoofd. In zijn opgeheven hand houdt hij een beurs. Een zittend meisje, rechts van hem, kijkt naar hem op. Deze compositie kan als een variant van het tweede ontwerp beschouwd worden.