Op de voorgrond zit een groepje van vier amors bij het water. Het figuurtje uiterst linkse, getooid met een lauwerkrans leunt op een kruik waaruit water vloeit en houdt een drietand in de linkerhand. Naast hem zit een geknielde amor, de handen gevouwen. Rechts spelen twee amors met een klomp aan een touwtje. Op de achtergrond links is een schip zichtbaar.